De Preekstoel in de Van Harenskerk en de Nassau’s

 

In 1682 werd onder leiding van Willem van Haren de Van Harenskerk gebouwd. De bouw werd gefinancierd door de Friese Staten, pachters en eigenaren van de grond in het dorpsgebied van St.-Annaparochie, een gebied van ongeveer 1850 morgen (1 morgen = 92 are). Het dorpsgebied St.-Anne had als grenzen ongeveer de Koudeweg en de Langhuisterweg. Per morgen moest men 3 caroliguldens bijdragen aan de bouwkosten, die in totaal 18.500 caroliguldens bedroegen.

 

Voor een nieuwe preekstoel was echter geen budget beschikbaar. Daarom werd de oude preekstoel uit de “Rembrandtkerk” herplaatst. Deze moest met palen worden ondersteund.

Bij kerkbouw was het destijds gebruikelijk dat adellijke personen geschenken schonken. Zo gaf Stadhouder Hendrik Casimir II een glas-in-loodraam met zijn wapen. Grietman Willem van Haren schonk de Van Harensbank en de Staten van Friesland gaven een glas-in-loodraam met het wapen van Friesland. Bij de restauratie in 2016 zijn fragmenten van dit gekleurde glas teruggevonden.

Willem van Haren werd in 1652 Grietman van het Bildt. Hij woonde aanvankelijk op Nijefenne, een boerderij/state ten zuiden van de Blikvaart en oostelijk van de Koudeweg, die eigendom was van zijn schoonvader Duco van Hemmema (Nijefenne werd rond 1800 afgebroken). Omstreeks 1660 verhuisde Van Haren naar St.-Annaparochie, waar hij een huis huurde van secretaris Wijngaarden. Dit huis kocht hij later en liet het rond 1672 verbouwen tot het Van Harens-slot, het huidige Platstore.

 

De Friese stadhouders hadden het exclusieve recht om op het Bildt te jagen, vooral op hazen. Dit recht werd in 1650 door de Friese Staten herbevestigd voor Stadhouder Willem Frederik (stadhouder van Friesland, 1640-1664). Bij de ingangen van het jachtgebied werden “mooie palen” geplaatst. In zijn dagboek noteerde Willem Frederik op 13 februari 1651: “Op het Bildt geweest, de palen gezien.” Deze palen zijn in 2018, bij de opheffing van de gemeente het Bildt, herplaatst.

 

Tijdens de jacht logeerde Willem Frederik met zijn vrouw Albertine Agnes (dochter van Stadhouder Frederik Hendrik) en hun hofhouding bij Willem van Haren in het Van Harens-slot. Het is vrijwel zeker dat ook Albertine Agnes’ jongste zus, Maria, hertogin von Simmern, St.-Annaparochie bezocht heeft. Maria, die evenals Albertine Agnes jong weduwe werd, had plannen om tijdens de bouw van de kerk in 1682 glas-in-loodramen te schenken. Dit blijkt uit een brief (1688) van het kerkbestuur aan de erfgenamen van Maria. Hierin staat echter vermeld dat glazen aan verval onderhevig zijn en dat een preekstoel, met haar wapen op de kap, een waardevoller en duurzamer geschenk zou zijn. De brief sluit af met: “treffelijck sal tonen en ontalrijke jaren geconserveert worden.”

 

Helaas zijn in 1795, tijdens de omwenteling (vrijheid, gelijkheid en broederschap), op last van het voorlopige gemeentebestuur alle wapens in de kerk verwijderd. Enkel de leeuwen en de hertogelijke kroon boven het klankbord van de preekstoel herinneren nog aan Maria van Nassau, dochter van Frederik Hendrik van Nassau.

Wie de prachtige preekstoel heeft gemaakt, is niet bekend. Mogelijk was het een vakman uit Duitsland of Leeuwarden. Het staat vrijwel vast dat de erfgenamen van Maria van Nassau, hertogin von Simmern, de preekstoel hebben geschonken.

Teake Brandsma

 

foto_s_1

Agenda

juni t/m aug. Rondleiding

Zo 2 feb klokluiden Overstromingsramp 1825

Za 2 aug Rembrandtmarkt